de Nederlandse
Project
Gutenberg
Reader
Januari - februari 2009
Samengesteld en van connnnentaar voorzien door
Branko Collin.
@®@
De Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0 Nederland Licentie
is van toepassing op dit werk. Ga naar
http://creativecommons.0rg/licenses/by-sa/3.o/nl/ of stuur een brief naar
Creative Commons, 171 Second Street, Suite 300, San Francisco, California,
94105, VS om deze licentie te bekijken.
De literaire teksten en afbeeldingen in dit boekje zijn, tenzij anders vermeld,
auteursrechtenvrij.
Voor de bepaling van de publicatiedata heb ik gebruik gemaakt van de door
Project Gutenberg vermeldde release dates.
Project Gutenberg is een bibliotheek van elektronische teksten. Doel van het
project is zo veel mogelijk werken voor zo lang mogelijke tijd aan zo veel
mogelijk mensen ter beschikking te stellen. Het project geeft daartoe met
name elektronische boeken uit waar geen auteursrechten meer op rusten.
Vrijwilligers zijn altijd welkom: www.gutenberg.org.
Op dit adres vindt u ook de boeken van Project Gutenberg. Om een
elektronische tekst te downloaden, gebruikt u de zoekmachine op de website
om naar titels of etext-nummers van werken te zoeken. Eventueel kunt u ook
rechtstreeks naar een e/:?oo/cgaan door in de adresbalk van uw webbrowser
het volgende adres in te voeren:
http://www.gutenberg.org/etext/A7A7A7A7r;
waarbij u a7A7A7A7A7 vervangt door het juiste etext-nummer.
Veel Project Gutenberg-teksten zijn in handige elektronische formaten
beschikbaar via websites van derden, zoals die van Manybooks.net. Ook kunt
u sommige werken van het project in gedrukte vorm kopen via onder andere
Lulu.com. Omdat de meeste werken van Project Gutenberg
auteursrechtenvrij zijn, mag u ermee doen wat u wilt. Houdt er echter
rekening mee dat Project Gutenberg een Amerikaanse uitgever is; boeken die
door het project worden uitgegeven, zijn in Nederland niet per se rechtenvrij.
Oudere versies van deze reader vindt u op The Internet Archive in the
Open Source Texts Collection.
Voor vragen over deze reader, neem contact op met Branko Collin via e-
mail: c0llin@xs4all.nl.
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
Inleiding
Dit boekje bevat fragmenten uit Nederlandstalige Project
Gutenberg-boeken die tussen 20 oktober 2008 en 25
december 2008 zijn gepubliceerd.
Er zijn twee eerdere Readers uitgegeven, voor oktober en
november 2008, die beide op archive.org zijn te vinden.
Inhoud
Inleiding 3
Inhoud 3
De Negerhut 6
Reis-impressies 8
Jan en Florence 9
De Reis naarde Maan in 28 dagen en 12 uren 1 1
De wonderstraal 15
Tien uren op jacht 15
De grondbeginselen der Nederlandsche spelling, derde druk
17
De Vurige Oven 20
De nachtegaal 22
De vroolijke tocht 23
Laatste verzen 25
Een verlaten post 26
York 28
Het passiespel op de Marquesaseilanden 29
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 3
Cover van Couperus' Reis-impressies.
4 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
De Negerhut
De Negerhut van Oom Tom was een boek dat mede
leidde tot de afschaffing van de si avemij in de VS.
Deze jonkman was door zijnen nneester verhuurd om in
eene fabriek van zeildoek te werken, waar zijne
behendigheid en schranderheid hem voor onmisbaar
deden houden. Hij had eene machine om den hennep te
zuiveren uitgevonden, welke, indien men de opvoeding
en omstandigheden des uitvinders in aanmerking nam,
evenveel genie voor de werktuigkunde aan den dag
legde als Whitney's spinmolen.
Hij had eene welgemaakte gestalte en innemende
manieren, en was in de fabriek een algemeene
gunsteling. Evenwel, daar deze jonkman in het oog der
wet geen mensch maar een ding was, waren al deze
voortreffelijke hoedanigheden onderworpen aan het
bedwang van een gemeenen laaghartigen meester.
Toen de heer van George's uitvinding had gehoord, reed
hij eens naar de fabriek, om te zien wat zijn denkend
stuk vee had uitgericht. Hij werd door den fabrikant met
groote voorkomendheid ontvangen, gefeliciteerd met
het bezit van een slaaf van zooveel waarde.
Men leidde hem de geheele fabriek door, en liet hem
de machine zien, door George uitgevonden, die in zijne
opgetogenheid zoo vlug sprak, zich zoo rechtop hield,
en er zoo beschaafd en mannelijk uitzag dat zijn
meester eene onaangename bewustheid van
minderheid begon te gevoelen. Wat behoefde zijn slaaf
door het land rond te loopen, machines uit te vinden en
onder gentlemen het hoofd op te steken? Hij zou
spoedig een eind daaraan maken. Hij zou hem
terugnemen, aan het graven en spitten zetten, en dan
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 5
eens zien: ' of hij nog zoo grootsch zou loopen.' Tot
verbazing van den fabrikant en alle belanghebbenden
zeide hij dus eensklaps, dat hij nu nnaar het loon van
George verlangde en henn terug wilde nennen.
' Maar, Mijnheer Harris,' bracht de fabrikant hiertegen
in: ' is dat toch niet wat haastig?'
' En al was dat zoo? - Is de nnan niet van nnij?'
' Wij zouden gaarne nneer vergoeding voor henn
betalen. Mijnheer!'
' Dat kan nnij volstrekt niet schelen. Ik verhuur geen
van mijne arbeiders, of ik nnoet er lust toe hebben.'
' Maar, Mijnheer, hij schijnt voor dit vak bijzonder
geschikt.'
' Misschien wel. Hij was nooit zeer geschikt voor iets
waaraan ik hem zette, dat kan ik zeggen.'
' Maar bedenk eens, dat hij deze machine heeft
uitgevonden,' viel een der werklieden er tamelijk
ongelukkig op in.
' O, ja! eene machine om werk uit te halen, niet waar?
Die wilde hij wel uitvinden, dat geloof ik. Laat dat altijd
maar aan een neger over. Zij zijn zelven allen machines
om werk uit te halen, de een zoo goed als de ander.
Neen, hij zal opstappen.'
Uit: De Negerhut, Harriet Beecher Stowe, etext 27124 . Vertaling van
C.M. Mensing.
6 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
Reis-impressies
Op de balustrades, de treden van de groote Scala della
Trinita de' Monti - de trap, die naar de Piazza di Spagna
neêrtreedt - slenteren de nnodellen, of liggen ze lang-
uit, lui.
Jongens - zwarte oogen, zwarte haren, - in hunne
Ronneinsche Campagna-dracht, blauw en roodbruin en
gelapt, op den puntigen hoed een geknakte pauweveêr.
Lui liggen ze: ondeugend gaan hunne zwarte oogen
naar de vreenndelingen, die boven wandelen, als zeggen
ze: je kijkt naar ons, je vindt ons nnooi en wij, wij eten
onze china's-appelen: de zon schijnt warm, gennakkelijk
is het leven....
In de zon geuren de gouden vruchten, de china's-
appelen en nnandarijnen; achter de stapels zitten de
verkoopers op den grond.
Een enkele vrouw, met zuigend kindje aan ontbloote
borst; een paar meisjes met vierkanten hoofddoek,
reikende hare bloem; een oude, grijze man, in ruimen,
bruinen plooimantel, net een patriarch of een profeet.
Maar meer de jongens en de kinderen; de kleine
dreumessen - nauwlijks kunnen ze loopen en bieden ze
hun lucifers - de dreumessen in wat gelapt oud bruin
fluweel en het hemdje slippende uit een scheur van het
fluweelen broekje, expres zoo, om de
schilderachtigheid.
En bijna Moorsch doet de Trinita de' Monti, roomgeel
met twee torens, tegen de blauwende late middaglucht;
terwijl zoo sterk als een aroom van zonvitaal leven, de
china's-appels geuren....
Uit: Reis-impressies, Louis Couperus, etext 27241 .
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 7
Jan en Florence
In deze verzameling stukken houdt Couperus zich bezig
met Futuristen, Passatisten, hoe de doden zich in onze
dromen gedragen, en ook met het mannelijk toilet.
Hoed, wandelstok, handschoenen, bloenn in het
knoopsgat, wat zoü niet voor u te bepeinzen zijn! Ieder
onderdeel van het nnannelijk toilet is nninstens eenige
bespiegelingen waard, en het heeft nnij wel eens
verwonderd, dat een elegante sonettendichter nooit
eens die onderdeelen of bovendeelen van ons toilet
heeft gewaagd te bezingen in een gevoelvollen
sonnettenreeks. Mijn taak, o lezer, is eene nnodestere.
Mijn taak is alleen u even te hebben doen denken aan de
relatieve schoonheid van ons mannelijk toilet. Ik ben
overtuigd, dat gijzelve, zoo gij er thans behoefte toe
gevoelt, even ernstig gewichtig als ik, zult kunnen
bepeinzen over deze gewichtige vraagstukken:
Is het dragen van een hoed op éen oor geoorloofd
voor den gentlennan of caballero...
Moet, dit aangenonnen zijnde - bij het groetend af
nennen van den hoed, dien hoed weder (argeloos) in de
zelfde schuinte worden op gezet of niét?
Moet de zakdoekslip, de vroolijke, de blijde, de
winnpelende, zoo de zakdoek ter neuze gebracht is...
wederonn ten zak worden in gestoken nnet een poging
onn de zelfde lengte van slip te verkrijgen...?
Is het beter in natneuzige dagen een bij-zakdoek bij
zich te hebben? Of staat, op het nnonnent der snuiting,
het niét goed zakdoek te zien bij zakdoek?
Is de wandelstok een vereischte voor de aflijning der
nnannelijke nnaar elegante silhouet?
Is er een datunn van lente onn de handschoenen uit te
8 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
laten, mede te dragen ofte supprinneeren?
Zijn juweelen „gedistingeerd" of niét „gedistingeerd"
of hangt dit van de persoon af?
Is het beter de steel van een anjelier vast te spelden
achter den revers of verdient het aanbeveling gebruik te
nnaken van het trensje, dat voorzienige kleedermakers
niet na laten te dier plaatse aan te brengen?
Bepeins de gewichtige vraagstukken zelve, o lezer.
Natuurlijk, ik zoü ze voor u kunnen bepeinzen. Ik zoü
over ieder gewichtig vraagstuk, hier boven vernneld, een
paar bladzijden kunnen geven, met ja of neen, met pro
en contra. Maar ik doe het niet. Want de voornaamste
kwaliteitvan een schrijver is... te zwijgen op het
moment, dat hij den lezer tot bepeinzen heeft
opgewekt...
En ik wil u niet te lui maken: ga dus rustig zelve aan
den gang!
Uit: Jan en Florence, Louis Couperus, etext 27487 .
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 9
De Reis naar de Maan in 28 dagen en
12 uren
Een van de bekendere boeken van Jules Verne
beschrijft het gebruik van een gigantisch kanon om een
bemande capsule naar de maan te schieten. De keuze
voor een kanon was in de i ge eeuw niet vreemd, maar
wel onpraktisch: de versnelling van de capsule zou niet
bijzonder gezond zijn voor de inzittenden.
Toch is het idee voor het gebruiken van een kanon voor
lanceringen nooit helemaal losgelaten, zoals online
ruimte-encyclopedie Astronautix laat zien. '
Vergelijkbaar is het railsysteem waar ESA-leverancier
EADS een tijd over heeft zitten denken, Hopper^
Amerika is een groot land, een land ook van groote
dingen: groote steden, groote wildernissen, groote
spoorwegen, groote nnannen, groote rivieren, groote
ondernenningen, groote plannen, groote vereenigingen,
in dat groote land clubs genaannd.
Onder die clubs behoort de Gun-club niet het laatst
vernneld te worden. Zij ontstond tijdens den oorlog
tusschen de Noordelijken en Zuidelijken. Dat was een
tijd van uitvindingen in het vak van nnenschen dooden -
ook in het groot, 't Was in dien tijd dat een
zesendertigponder op driehonderd voet afstands dwars
door zesendertig paarden en achtendertig nnan heen
vloog, dat allen bleven liggen, nnan dood, paard dood.
Maar dit was slechts kinderspel bij het stuk Rodnnan, dat
nagenoeg drie uren gaans ver droeg en nnet een balletje
van vijfhonderd kilo honderdvijftig paarden en
1 http://www.astronautix.com/lvfam/gunnched.htm
2 http://en.wikipedia.org/wiki/Hopper_(spacecraft)
1 o De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
driehonderd man kon neerschieten. Ik zeg: kon; want de
proef werd niet genonnen, onndat, al spraken de paarden
er niet tegen, de nnanschappen er niet voor te vinden
waren. Maar 't geen volgt gebeurde in een der
gevechten tegen de Zuidelijken: een Rodnnan zond in
één schot twee honderd vijftien dier Zuidelijken naar de
andere wereld.
Indien het waar is, dat talrijke schermutselingen en
gedurige gevechten de oorlogen vernielender maken, is
het een waarachtige daad van menschlievendheid,
middelen uit te denken om in het groot de gelederen te
dunnen, want dan is de krijg zooveel te eer aan het
einde van zijn renbaan. En uit dit oogpunt was het een
edel denkbeeld van een oprichter der Gun-club, een
vereenigingte stichten tot uitbreiding en volmaking der
kunst om de vernielendst mogelijke kogels of andere
dergelijke voorwerpen op den grootstmogelijken
afstand weg te schieten.
De zaak vond bijval, en wel op echte Amerikaansche
wijze. Als namelijk een burger der Vereenigde Staten
een denkbeeld in de hersenen voelt opkomen, zoekt hij
een medeburger die er mee instemt. Er zijn dus
aanstonds een voorzitter en een secretaris. Komt er een
derde bij, dan is ook de tweede voorzitter, zegge de
vice-president, gevonden. Een vergadering wordt
belegd, tal van leden sluiten zich aan, gewone,
buitengewone, werkende, correspondeerende.... de club
is in 't leven.
Aldus ook de Gun-club. Drie maanden na haar
oprichting telde zij 1833 werkende en 30 565
correspondeerende leden.
Tot het lidmaatschap werd vereischt, dat men een
nieuwe soort van werpgeschut uitgedacht of minstens
een bestaande soort verbeterd had; zoo geen kanon.
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 1 1
dan toch een vuurwapen. De leden die aan revolvers
knutselden, waren echter, schoon aan de letter van het
reglennent voldoende, niet nnachtig in tel.
»Wie eigenlijk een groot nnan onder ons wil zijn," zoo
sprak eens een der kundigste leden van de club, »nnoet
eenvoudig worden berekend naar den regel, dat zijn
verdiensten evenredig zijn aan het kaliber van zijn stuk,
en aan het vierkant van de afstanden op welke het
schiet." De nnan dacht aan de wet van Newton
betreffende de algenneene zwaarte.
Uit: De Reis naar de Maan in 28 dagen en 12 uren, Jules Verne, etext
27309 , vertaald door H. M. C. van Oosterzee.
1 2 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
De wonderstraal
Tien uren op jacht
De groene straal is een meteorologisch verschijnsel dat
er aan het einde van een zonsondergang voor kan
zorgen dat alleen het groene licht nog over de horizon
duikt, te zien als een 'groene straal' . Volgens een in
deze korte, romantische roman van Jules Verne
aangehaalde legende kan degene die de groene straal
heeft gezien, zich niet meer vergissen in zaken van het
hart.
»Als ik hem gezien zal hebben?.... Wel, dan kunnen wij
over nnijnheer Aristobulus Beerenkooi praten."
Broeder Sann en broeder Sib keken elkander ter sluiks
aan en een glinnlach van verstandhouding krulde hunne
lippen.
»Konn, laten wij den Groenen Straal gaan zien/' zei de
een.
»Konn, zondereen oogenblikte loorte laten gaan!"
zei de ander.
Maar nniss Cannpbell weerhield hen nnet een
handgebaar, toen zij het venster der hall wilden openen.
»Wij nnoeten op zons-ondergang wachten," zei zij.
»Van avond dus...." knikte broeder Sann.
»En dat de zon in een zeer zuiveren dannpkring
ondergaat," vervolgde nniss Cannpbell.
»Welnu, na het nniddagnnaal zullen wij alle drie naar de
punt van Rosenheat wandelen...."
»0f nog beter, wij zullen eenvoudig den toren van het
buitenverblijf beklinnnnen," zei broeder Sann.
»0p Rosenheat-punt, zoowel als op dien toren,"
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 1 3
antwoordde miss Campbell, »hebben wij geen ander
vergezicht dan dat van de oeverstreek der Clyde. Wij
moeten evenwel de zon zien ondergaan op zee,
wanneer zij achter de wateroppervlakte verdwijnt. Mijn
oompjes zijn dus gehouden mij in den kortst mogelijken
tijd voor zoo'n zeegezicht te brengen!"
Met haar allerliefsten glimlach op de lippen sprak miss
Campbell, evenwel zoo ernstig, dat de gebroeders
Melvill aan een zoo te berde gebrachte vordering geen
weerstand kon bieden.
»Er is toch geen haast bij?...." meende broeder Sam
evenwel in het midden te moeten brengen.
Broeder Sib schoot te hulp, door er bij te voegen:
»0h! wij hebben den tijd...."
Miss Campbell schudde het bevallige hoofdje.
»Neen, wij hebben niet den tijd," antwoordde zij,
»integendeel, er is veel haast bij."
»Werkelijk? Zou dat belangstelling voor mijnheer
Aristobulus Beerenkooi zijn?...." vroeg broeder Sam.
»Wiens geluk, zooals het schijnt, van de waarneming
van den Groenen Straal afhangt?...." meende broeder
Sib.
»Kom die gekheid! Neen, er is haast bij, lieve ooms!
omdat wij reeds in Augustus zijn," antwoordde miss
Campbell, »en de nevels weldra onze Schotsche lucht
zullen komen bederven! Wij moeten van de weinige
schoone avonden gebruik maken, die het einde van den
zomer en het begin van den herfst ons schenken zullen!
Nu, wanneer vertrekken wij?"
Uit: De wonderstraal, gevolgd door Tien uren op jacht, Jules Verne,
etext 27397.
1 4 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
De grondbeginselen der
Nederlandsche spelling, derde druk
Voor de samenstelling van het Woordenboek der
Nederlandse Taal (WNT) moest eerst de spelling worden
genormaliseerd. Die taak werd op zich genomen door
Matthias de Vries en LA. te Winkel. Het resultaat waren
een document met grondbeginselen, waarvan dit de
derde druk is, en een woordenlijst, de voorloper van het
Groene Boekje.
7. De natuur van het letterschrift brengt derhalve nnede,
dat het doel van het schrijven, nannelijk de reproductie
van gedachten, aanvankelijk althans, slechts langs
eenen onnweg bereikt wordt. Wie leert lezen, nnoet het
geschreven woord luide uitspreken, en eerst de door
henn uitgesproken en tevens door henn gehoorde klank
verwekt bij henn de daaraan verbonden voorstelling.
Dezelfde noodzakelijkheid onn hardop te lezen blijft
bestaan bij alle lieden, die slechts zelden lezen. Een
geoefend lezer echter behoeft dien omweg niet meer te
maken: een geschreven woord verwekt bij hem
onmiddellijk de voorstelling van den woordklank en
tevens die van het bedoelde voorwerp, de bedoelde
hoedanigheid, werking of betrekking. De onmiddellijke
verbinding van het schrift met zijne beteekenis ontstaat
nochtans bij ieder individu, behalve bij doofstommen,
eerst nadat de woordklank een geruimen tijd het
verbindende middel is geweest.
Doofstommen komen tot de verbinding van
een geschreven woord met zijne beteekenis
alleen door het kunstmatig onderwijs van
personen, bij wie die verbinding langs den
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 1 5
beschreven weg is tot stand gebracht. Eene
nnaatschappij van louter doofstommen zou
geen letterschrift hebben kunnen uitdenken.
8. De periode der woordschepping is reeds voor eeuwen
gesloten; nieuwe woorden worden alleen uit reeds
bestaande stof gevornnd. Het leeren spreken van het
kind bestaat dus in het leeren nabootsen van de
woordklanken, die het ouderen hoort uitbrengen, en het
spreken van ouderen is niets anders dan eene
reproductie van dezelfde klanken, is en blijft dus eene
nabootsing.
9. Daar nu de gehoor- en spraakorganen bij geene twee
individuen volkonnen gelijk zijn, hoort ieder op zijne
eigene wijze anderen de woorden uitbrengen, en
spreekt hij ze op zijne eigene wijze - sonns zeer
gebrekkig - na. Vandaar dat de individuen aan hunne
spraak onderkenbaar zijn.
10. Doch niettegenstaande dit persoonlijke onderscheid
in het spreken, bestaat er ten gevolge der nabootsing
eene groote overeenstennnning in de uitspraak der
inboorlingen van hetzelfde dorp, dezelfde stad,
hetzelfde gewest. Deze overeenkonnst onderling en het
verschil nnet de uitspraak van verder afgelegen plaatsen
en streken veroorzaken de onderscheiding van de
zoogenoennde plaatselijke en gewestelijke tongvallen,
dialecten.
1 1 . Beschaafde lieden, die eene nneer zorgvuldige
opvoeding hebben genoten, wier gehoor meer verfijnd,
wier spraakorganen nneer geoefend zijn, spreken
doorgaans zachter en lieflijker dan de nninder
bevoorrechte standen. Daardoor konnt bij hen het
1 6 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
eigenaardige, dat den tongval van de plaats hunner
inwoning kennnerkt, nninder scherp uit, zoodat het
verschil der dialecten grootendeels wegvalt. Op die
wijze ontstaat er eene zoogenaannde algenneene
beschaafde uitspraak, die het gansche land door, naast
de gewestelijke, nnin of nneer heerschende is. En
doordien beschaafde lieden, vooral in geschrifte, zich
ten behoeve der duidelijkheid doorgaans onthouden van
woorden, die uitsluitend in hunne woonplaats in gebruik
en elders onbekend zijn, vornnt zich nevens de taal des
volks een nieuwe taalvornn, waarin de beschaafde
uitspraak heerscht, en die als een afzonderlijk dialect,
dat der beschaafde standen, te beschouwen is. Voor
zooverre dit dialect zich in geschrifte openbaart, noennt
men het de schrijf- of boekentaal.
Uit: De grondbeginselen der Nederlandsche spelling, derde druk, L A. te
Winkel, herzien door M. de Vries, etext 27335 . De woordenlijst is etext
22722.
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 1 7
De Vurige Oven
Een verhaal uit den tijd der dragonades in Nederland
De dragonades was een beleid onder Louis XIV waarbij
IHugenoten gedwongen werden kwartier te geven aan
bijzonder slecht bekend staande militairen in de hoop
dat dit hen zou dwingen tot het Katholicisme over te
stappen. Begin negentiende eeuw dreigde de
Nederlandse staat met soortgelijke maatregelen als
reactie op een nieuwe protestantse sekte, en verbood
deze 'Afscheiding' kerkdiensten met meer dan 20
deelnemers te houden.
Donninee Huibert Jacobus Buddingh was den vorigen
nniddag door zijn vriend en broeder Beuknnan van
Vreeland gehaald; had 's avonds in de groote
pronkkanner van zijn gastheer gepreekt; en was daarna
nog lang nnet de weinige hoorders in gesprek gebleven.
Eerst tegen elf uur waren de vrienden een voor een of
twee aan twee huiswaarts gekeerd. Na een nachtrust
van nauwelijks vier uren had donninee zich alweer
reisvaardig nnoeten nnaken. Zijn ontbijt bestond uit twee
geklutste eieren en een glas nnelk. Meer had hij niet
noodig; hij had het dikwijls nninder goed gehad.
Totnogtoe was alles heel goed gegaan. Toch kon het
nog zijn dat Klaas Beuknnan f150 en donninee Buddingh
flioo boete opliepen voor de gepleegde staatsnnisdaad.
Want de eerste had zijn huis opengesteld voor een
godsdienstoefening zonder verlof gevraagd en
verkregen te hebben van burgenneester Hoolwerf. Dat
kon henn fl20 kosten. En er was bij die gelegenheid een
kind gedoopt, dus „onwettig" een der sacrannenten
bediend; hetgeen de boete verhoogen kon tot f150. De
1 8 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
misdadiger, die daarbij voorgegaan was, had dubbele
straf verdiend.
Want Nederland werd niet getiranniseerd door een
nakonneling van den Spanjaard Philips II, nnaar
geregeerd dooreen afstamnnelingvan Graaf Jan van
Nassau, die alles had veil gehad voor de
gewetensvrijheid der Nederlanders, zóó zelfs dat hij een
tijd gekend had, waarin de bakker den doodarnnen vorst
geen brood nneer op crediet leveren wou. Nederland had
een koning uit het stannhuis der Oranje's, die voor heel
West-Europa godsdienstvrijheid bevochten en
gewaarborgd hadden; een koning, die een Grondwet
bezworen had, waarvan artikel 1 90 luidde: „De
volkonnen vrijheid van godsdienstige begrippen wordt
aan elk gewaarborgd." Doch op dringend verzoek van de
Synode van het Nederlandsch Hervornnd
Kerkgenootschap in 1834 gedaan, ging die volkonnen
vrijheid van godsdienstige begrippen gepaard nnet
volkonnen verbod van godsdienstige woorden en daden,
voorzoover die niet in den snnaak van genoennde
Synode vielen. -
Uit: De Vurige Oven, Een verhaal uit den tijd der dragonades in Nederland,
J.A. Wormser, etext 27486 .
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 1 9
De nachtegaal
Verhalen voor de jeugd
Op zekeren avond - zij waren toen in den herfst - kwann
de heer van Koslou geheel onverwachts terug. Met een
gelaat waarop de vreugde te lezen stond, trad hij het
vertrek van den graaf binnen, en riep vrolijk uit: ' ik konn u
uwe verlossing uit uwe langdurige gevangenschap
aankondigen! De beide vijandelijke legers staan nu op
Duitsch grondgebied aan de Elbe tegenover elkander. Ik
heb de zorg voor het leger aan de Duitschers
overgelaten. Ik heb alle hoop, dat het vijandelijke leger
weldra over den Rijn zal teruggedrongen worden. Thans
kan en nnag ik u geheel ter dienste staan, en ben bereid,
alles te doen, opdat gij ten spoedigste in uw vaderland
nnoogt terugkeeren. Ook wil ik u nog iets voorslaan.
Reist gij nnet nnij naar Petersburg? Uit Petersburg kunt
gij te water ligt naar Hannburg oversteken, en dan van
daar over land naar uwe geboorteplaats reizen. [...]'
Uit: De nachtegaal. Verhalen voor de jeugd, C. Schmid (Christoph von
Schmid), etext 27489 . Vertaler onbekend.
20 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
De vroolijke tocht
Ik heb aan mijn dannes gezegd, dat we nnaar niet naar
dat perverse oord van Monte-Cario zullen gaan, nnaar
oogenblikkelijk zien die lieve gezichten er zóó betrokken
uit en worden er zulke droeve kreten van teleurstelling
geslaakt, dat ik nnezelf als een beul heb gevoeld en al
spoedig mijn besluit geheel en al gewijzigd heb:
- We zullen wèl naar Monte-CarIo gaan!
We zijn te Monte-CarIo, en we zitten in het speelhol,
om de groene tafel.
Wij spelen....
Mijn dames weten precies hoe ze moeten spelen; dat
wil zeggen: spelen om te winnen. Ik ook weet het
precies, en zoo spelen wij, elk op zijn eigen manier, de
eenige die hij voor de goede houdt.
Het witte balletje, door de handige vingers van den
croupier bewogen, draait en wipt en buitelt, zet zich
eindelijk in een der gleufjes, onder een nummer vast.
- Sept, rouge, impair et manque, klinkt ritueel en kalm
de stem van den croupier.
Een houten harkje strekt zich over 't groene laken uit
en de vijffrankst ukken, de gouden „louis", de ritselende
bankbriefjes worden bij elkaar gescharreld: de beweging
van een netten tuinbaas, die goed zijn paden
onderhoudt. Toch zijn er enkele stukjes blijven liggen, en
die worden dadelijk flink vermenigvuldigd, bij wijze van
handige bijgooierij, als ter belooning van een, wel niet
duidelijk te begrijpen, maar ongetwijfeld mooie of
moedige daad.
Ietwat beteuterd, met een vreemden glimlach, kijken
mijn dames mij aan.
- 't Is niks; moed houden, zeg ik troostend. En zij
beginnen opnieuw.
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 2 1
En
Een plotseling idee konnt bij nnij op. De wagen is wel flink
vol, nnaar 't reisje is kort; als alle drie nnijn dannes op de
achterbank willen gaan zitten, dan kan X wel nnet ons
mee. Ik heb niet lederen dag de goede kans van een
vriend en landgenoot te ontnnoeten; dat kan wel heel,
heel aardig zijn.
Uitbundig juichen mijn dames het voorstel toe.
Dames zijn altijd voor ietwat gecompliceerde
schikkingen te vinden. Dadelijk zitten zij met hun drieën
op de achterbank, waar ze 't nog uitstekend ruim
beweren te hebben, en zonder veel moeite laat mijn
vriend zich overhalen en neemt naast mij, op de
voorbank plaats. De motor, die niet opgehouden heeft
te snorren, krijgt een beetje guller gastoevoer, en we
gaan voort.
Onze vriend is dadelijk heel druk aan 't praten. Dit is
de eerste maal van zijn leven dat hij in een auto zit, zegt
hij, en hij vindt de sensatie heerlijk. En, zonder overgang,
zich tot mijn dames omkeerend, vraagt hij, of ze reeds
„Les Baux" gezien hebben.
Les Baux! Neen, dat hebben ze niet gezien. Wat is
dat: Les Baux?
- Heeft u Les Baux niet gezien, de nog steeds
bewoonde holen van de troglodyten! O, maar, u kunt
toch Aries niet verlaten zonder dat gezien te hebben!
beweert onze vriend met een gezicht van bijna
ongeloovige verbazing.
Mijn dames kijken mij bepaald verwijtend aan. 't Is of
ik haar iets heb willen onthouden, waar ze recht op
hadden; en er is niets aan te doen: zij vragen dringend
om „Les Baux" te zien.
Uit: De vroolijke tocht, Cyriël Buysse, etext 27490 .
2 2 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
Laatste verzen
PERELS
Nog eer de blaren schieten,
in 't hofbeluik,
hoe geren zie 'k uw' sprieten,
o perenstruik;
hoe geren zie 'k uw takken,
vol blonnnnen staan,
vol perels, al in pakken
eer ze opengaan!
En nnochte ik nnaar, zoo even,
door Gods beschik,
u, peretakken geven
nen toovertik;
't en zou geen pere kronnnnen
uw hout, voortaan:
veel liever zie 'k de blonnnnen,
eer ze opengaan.
'k Zie geren, in de hoven,
uw' peren groot,
de zonne zitten stoven,
al rijp en rood;
maar 'k zie wel nog zoo geren
uw blomnnen staan,
de perels van de peren,
eer ze opengaan.
Uit: Laatste verzen (postuum uitgegeven in 1901), Guido Gezelle, etext
27512 .
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 23
Een verlaten post
Johanna van Woude was het pseudoniem van Sophie
van Wermeskerken-Junius. Het Nieuw Letterkundig
l^agazijn Jaargang 1 5/ citeert Tliérèse IHoven over
Woude'sEen Hollandsch binnenhuisje (1888) :
'Iedereen las liet. '
"Ik begrijp niet waar je die gratie vandaan hebt, kind!"
zeide nnevrouw Gerlings nnet hare kwijnende stem,
terwijl zij nog een gaslicht ontstak onn Renée beter te
kunnen zien. "Zeker van je nnanna: zij was ook net een
veertje."
"Ja, tante?" vroeg Renée, hare japon dichtknoopend.
Zij droeg een zilvergrijs kleedje, in den verloopen
zonner uit Parijs nnedegebracht en op haar dorpje nog
weinig gedragen.
"O, je doet nnij telkens aan haar denken," ging
nnevrouw Gerlings voort op de lieftallige, innennende
wijze, welke zij zich had eigen gemaakt. "Zij werd een
vriendin van mij, omdat wij in dezelfde stad woonden en
met twee broers geëngageerd waren, maar na ons
trouwen.... och toen liepen onze wegen meer uiteen. Wij
waren uit zulk verschillend hout gesneden.... Kijk eens,
wat een figuurtje nu! Zonder corset negentien jaar
geworden.... 't Is ongehoord!"
"Papa vond het gezonder," antwoordde het meisje
zacht.
Mevrouw Gerlings antwoordde niet; zij was ijverig
bezig nog iets te veranderen aan Renée's weerspannig
bruin haar, dat nu in een bevallige wrong op het kleine
hoofdje lag.
3 http://www.dbnl.nl/tekst/_nie012200001_01/
2 4 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
"Zie zoo, nu ben je al een heel andere Renée dan toen
je uit het rijtuig sprong nnet je wit wollen baret en
hangende vlecht. Ik zal eer inleggen nnet nnijn nichtje.
Het is wel jannnner dat wij dat avondje nu geven nnoeten
zoo kort na je komst; maar het was nu toch het avondje
van Huug.... Ik heb je immers gezegd dat ik een broer
heb? - Nu, dat is Huug; een vroolijke, lieve jongen. Of
eigenlijk een man, want hij is al twee en dertig jaar; maar
ik ben wat ouder dan hij, daardoor schijnt hij mij altijd
nog een jongen, - een allerliefste jongen."
Onwillekeurig dacht Renée aan een dikwerf herhaalde
bewering van haar papa, dat "lieve" jongens doorgaans
geen f//>7/ce jongens, "lieve" mannen geen flinke mannen
zijn, maar zij had te weinig ervaring om te kunnen
beslissen of deze bewering waarheid inhield.
Uit: Een verlaten post, Johanna van Woude, etext 27555 .
Monument op het graf van ' Johanna van Woude' in opdracht van
bewonderaars. Een verlaten post\s een van de afgebeelde boeken.
Foto door de nnaker, D.F. Blonn, in het publiek donnein geplaatst.
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 25
York
Nog eene opmerking van anderen aard. Yorkshire werd
ook een tijd bewoond door Saksers, en wel door
dezelfde stannnnen, als zich in ons land in Friesland
vestigden. Daarvan kan nnen in beider volkstaal sporen
vinden. De Friezen hadden indertijd een shibboleth,
waaraan zij elkaar herkenden als behoorende tot
denzelfden zuiveren stann. In het boerenfriesch, zooals
hier gewoonlijk die oude taal zeer ten onrechte
genoennd wordt, kan ik u dat herkenningswoord niet
weergeven, nnaar in het hollandsch luidt het: Brood,
boter en groene kaas; die dat niet zeggen kan is geen
echte fries. Welnu! in Yorkshire heeft nnen hetzelfde,
nnet eene nnaar weinig gewijzigde uitspraak. Het heet
daar: Brood, boter en groene kaas, die dat niet zeggen
kan is niet goed Halifax en niet goed friesch. Waaronn zij
hier friesch zeggen en niet bijvoorbeeld: Yorkshire of
Saxon is nnij niet duidelijk. Halifax was in het tijdperk der
Saksers de hoofdstad van het landschap. - Aangaande
ditzelfde punt werd nnij ook eens nnedegedeeld, dat in
het begin der i gde eeuw een geleerde engelschnnan
voor taalstudiën Friesland bezocht. Hij reisde nnet zijn
knecht. Bij eene friesche fannilie ten platten lande op
bezoek zijnde, werd de knecht in de keuken gelaten, en
toen in den loop van den avond de engelschman eens in
de keuken ging hooren, hoe zijn knecht het stelde met
de taal, onder die vreemde menschen, antwoordde de
man hem "Best mijnheer! alle menschen hier spreken
plat Yorkshire!"
2 6 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.
Het passiespel op de
Marquesaseilanden
Een der belangwekkendste karakters van de
passiespelen is Judas. Van het eerste begin afwas het
het streven van de zendelingen, aan de inboorlingen de
goede en de nninder goede eigenschappen der
handelende personen zoo drastisch nnogelijk voorte
stellen. Met dat doel heeft nnen dikwijls voor Judas
Ischariot een bekenden nnisdadiger laten optreden. Die
apostel des Heeren nnoet dan ook in de nneeste gevallen
zijn naann en karakter alle eer aan hebben gedaan en
niet nninder dan zes acteurs voor deze rol nnoeten
beproefd hebben, de beurs nnet de dertig zilverlingen -
in dit geval nnexicaansche zilveren dollars, die op het
eiland als nnunt gelden - te doen verdwijnen. Onn de
verdere spelers van de rol niet in verzoeking te brengen,
hebben de zendelingen een probaat nniddel toegepast,
want tegenwoordig verschachert op Hiwaoa Judas
Ischariot zijn Heer voor de in de beurs geborgen
scherven van een gebroken koffiekopje of van een of
ander oud stuk aardewerk.
Voor vier jaren hadden ze een Judas, een zekeren
John Bascard, zoon van een australischen koopnnan en
een inboorlinge, die juist in de strafkolonie een tijd
nnoest vertoeven, onndat hij een parelvisscher had
bestolen. Deze apostel van Jezus nnaakte van de henn
geboden tijdelijke vrijheid op die wijze gebruik, dat hij op
den tweeden avond der passiespelen in het onbewaakte
zendingshuis inbrak, alles stal, wat henn het nneenennen
waard leek, zich nnet de actrice van de Magdalena in een
roeiboot naar een in de baai voor anker liggend
koopvaardijschip begaf, daar den waker, die alleen aan
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009. 2/
boord was, in het water gooide, en daarna nnet zijn
Magdalena, zijn gestolen buit en het schip, dat hij geheel
alleen bestuurde, naar een ander eiland vluchtte, terwijl
het passiespel nnet twee plaatsvervangers voor de
bedoelde rollen moeilijk ten einde werd gebracht.
Uit: York & Het passiespel op de Marquesaseilanden, etext 27628 .
Oorspronkelijk waren dit twee artikelen uit De Aarde en haar Volken, 1909,
dat tezijnertijd ongetwijfeld als aparte etext op Project Gutenberg zal
verschijnen.
*
De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari-februari
2009, versie 3/1/2009.1.
Versie 6/ 1 /2009. 1 : verduidelijking van de inleiding bij De
vurige oven.
De tekst in dit boekje is grotendeels gezet in Legendunn, een
'freeware' letter (GNU General Public License, om precies te
zijn) van Rogier van Dalen. Zie:
http://honne.kabelfoon.nl/~slam/fonts/fonts.htnnl.
2 8 De Nederlandse Project Gutenberg Reader, januari/februari 2009.